Een meisje uit een cultuur waar meisjesbesnijdenis voorkomt loopt extra risico om besneden te worden als ze haar familie bezoekt in het land van herkomst, of elders in Europa. Vaak gebeurt dat tijdens langere schoolvakanties. Nu corona dat toelaat, zullen veel mensen deze zomervakantie waarschijnlijk weer volop reizen. Daarom vraagt Pharos aandacht voor hun preventieactie: hoe kunnen we deze zomervakantie samen meisjesbesnijdenis proberen te voorkomen?
Meisjesbesnijdenis of vrouwelijke genitale verminking (VGV) is een ernstige vorm van kindermishandeling en in Nederland bij wet verboden. Naar schatting lopen 4200 in Nederland woonachtige meisjes een reëel risico om besneden te worden in de komende 20 jaar, vooral bij bezoek aan het land van herkomst (Pharos 2019). Ouders zijn strafbaar als ze hun kind laten besnijden. Ook wanneer de besnijdenis in een ander land wordt uitgevoerd. Daarom is het belangrijk om als professional te weten hoe te handelen bij een vermoeden van VGV.
Landen waar meisjesbesnijdenis veelvuldig voorkomt zijn onder meer Egypte, Somalië, Ethiopië/Eritrea, Soedan en de Koerdische autonome regio in Irak.
Samen met GGD GHOR Nederland, het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid (NCJ) en het Ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport maakten zij een aantal praktische instrumenten die professionals in de JGZ en het onderwijs ondersteunen bij de signalering en preventie van VGV. Daarnaast biedt Pharos verschillende trainingen en voorlichtingsmateriaal aan.
Lees meer op de website van Pharos.